Effectenstudie interferentie

Interferentie tussen bodemenergiesystemen bepalen

De regelgeving schrijft voor dat bij het melden van een systeem een effectenstudie moet worden uitgevoerd waarin wordt vastgesteld dat er geen interferentie tussen de bodemenergiesystemen optreedt, zodanig dat het doelmatig functioneren geschaad zou kunnen worden.

Dit is één van de meest complexe onderdelen die via het Meldpunt volledig afgehandeld kunnen worden.

De effectenstudie die nodig is berekent alle onderlinge temperatuureffecten: van het nieuwe systeem op de bestaande systemen, maar ook van de bestaande systemen op het nieuwe systeem. Het nieuwe systeem mag namelijk ook niet negatief door bestaande systemen worden beïnvloed! Indien dat het geval is moet worden aangetoond dat daarmee in het ontwerp is rekening gehouden.

Daarnaast wordt gekeken of er ook open bodemenergiesystemen aanwezig zijn. Indien dat het geval is worden ook de interacties met het open systeem beschouwd.

Negatieve interferentie betekent dat systemen de temperatuur in elkaars nabijheid zodanig veranderen dat het rendement van die systemen nadelig wordt beïnvloed.

Bij gesloten bodemenergiesystemen hangen temperatuur en rendement direct samen. Globaal verliest een systeem 3% aan rendement bij elke graad extra temperatuurverschil. Omdat er altijd sprake is van onzekerheden bij het berekenen is een klein effect wel toegestaan: maximaal mag de temperatuur bij een systeem met 1,5 oC verlaagd worden.

Let hierbij op: een temperatuurisotherm om de systemen heen (gebruikelijk bij open bodemenergiesystemen) voldoet niet!

Om de interferentie te berekenen moet voor alle bodemenergiesystemen in de omgeving per systeem het totale effect van alle andere systemen bepaald worden. Omdat ook kleine temperatuurverschillen (bij grotere aantallen systemen) meetellen, is de afstand waarbinnen systemen nog effect kunnen hebben vrij groot: circa 120 meter.

Stel dat we een nieuw systeem willen aanleggen en dat er 4 andere systemen binnen de afstand van 120 meter liggen. Dan moeten de effecten van alle 5 systemen onderling worden bepaald, dat houdt in: 20 effecten berekenen (vanwege spiegeling 10 verschillende effecten).

Om, voor kleine aantallen kleine gesloten systemen, de interferentie te bepalen is een methode ontwikkeld die gebaseerd is op nomogrammen (Methode toetsen interferentie tussen kleine gesloten bodemenergiesystemen, BUM BE Bijlage 2).

Gemeente

Provincie

Contact